Duits
Navolgend een overzicht van de lastigste klanken in het Duits voor Nederlandstaligen, inclusief voorbeelden.
1 Lange klinkers
Lange klinkers (a, e, o, u, i, ö, ü, y) worden langer uitgesproken dan in het Nederlands. Deze lange klinkers worden uitgesproken zoals ze in het Nederlands voor een 'r' staan: Vergelijk: haak/haar, keek/keer, oog/oor, vloek/vloer, viel/vier, fuut/vuur, geul/geur
einmal, geschehen, Telefon, Buch, viel, prüfen, erhöhen
Let op de uitspraak van de 'e' in woorden als ‘verbissen’. Spreek het net zo uit als het Nederlandse 'ver' en niet als [furbeten].
2a De ach-klank
Net zo uitspreken als de Nederlandse 'g' in 'lachen', 'licht'. Wordt met 'ch' geschreven en uitgesproken na a,o,u, au.
nach, gesprochen,Woche, Am Mittwoch, Frucht, Buch, Brauch, Schlauch
2b De ich-klank
Net zo uitspreken als het Nederlandse 'gj' in 'vliegje', een 'zachte g'. Wordt met 'ch' geschreven en uitgesproken na e,i,ä, ö,ü, ei, äu.
echt, Recht, ich, Pflicht, Gespräch, ich möchte, Gerüchte, bleichen, Bräuche
Ook zo uitspreken na l, r, n:
solch, durch, manch, München
3 De L
Niet zo 'vet' als in het Nederlands maar 'dun'.
wollen, weiterleiten, Artikel, Lieferung, Vorstellung, Modell
4 De S
De 's' aan het begin van een woord of lettergreep wordt meestal uitgesproken als het Nederlandse 'zee'.
Sie sehen, Sie sagen, Auf Wiedersehen, am Samstag, am Sonntag, so, auf diese Weise, Besuch
De 's' aan het eind van een woord of lettergreep wordt uitgesproken als het Nederlandse 'snoepje'.
das, etwas, Prospekt, am Dienstag, am Donnerstag, Ergebnis, Muster, Weste, Knospe
Voor een medeklinker wordt de 's' ook uitgesproken als in 'snoepje'.
du musst, grüßt, liest
In een woord wordt het ook uitgesproken als 'snoepje' (en dan met 'ss' of 'ß' geschreven).
Mit freundlichen Grüßen, lassen, müssen, Messe
5 Brede sis-klank
Deze klank komt in het Nederlands niet voor. Hij wordt uitgesproken bij 'sch' (begin en eind van een woord of lettergreep), 'st' en 'sp' (begin van een woord of lettergreep). Bij de uitspraak tuit je je lippen en breng je je tong naar het gehemelte boven je voortanden.
schön, schüchtern, Schule, löschen, schöpfen, schon, Wäsche, Wäscherei, praktisch, Entschuldigung, schaden, schicken
Bestellung, verstehen, Verständnis, selbstverständlich, Stück
Versprechen, Gespräch, Sprache, spät, spontan, Spalte
6 De Z
De 'z' [ts] wordt uitgesproken zoals in het Nederlandse 'fiets'. De klank wordt geschreven met een 'z' of een 't' (voor '-ion').
Ziffer, Zusage, Zettel, zahlen, Zahlung, Zulieferung, Lieferzeit, Zusendung, Zimmer, verzichten, Verzögerung, Nation, Expedition
7 De getallen
0 null 1 eins 2 zwei 3 drei 4 vier 5 fünf 6 sechs 7 sieben 8 acht 9 neun |
10 zehn 11 elf 12 zwölf 13 dreizehn 14 vierzehn 15 fünfzehn 16 sechzehn 17 siebzehn 18 achtzehn 19 neunzehn |
20 zwanzig 30 dreißig 40 vierzig 50 fünfzig 60 sechzig 70 siebzig 80 achtzig 90 neunzig 100 (ein)hundert 1000 (ein)tausend |
'Die Million' en 'die Milliarde' zijn vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.
8 Namen van de dagen en de maanden
Montag, Dienstag, Mittwoch, Donnerstag, Freitag, Samstag, Sonntag
op maandag = am Montag
Januar, Februar, März, April, Mai, Juni, Juli, August, September, Oktober, November, Dezember
op 23 mei = am dreiundzwanzigsten Mai (am 23. Mai)